Verslag...
Met dank aan: Bram Steijns, Riffy Bol, Zoran Bogdanovich en Josephine Tiquet, studenten Journalistiek Fontys Tilburg. Zie voor de hele mixed-media productie: http://www.bit.ly/1RqqIxs
De grenzen worden gesloten, mensen trekken zich terug in hun eigen netwerken, of “ja-knikkerkampjes, neotribes”, zoals de Vlaamse stadskunstenaar en theatermaker Lucas de Man met zijn dynamische mimiek de tendens in Europa aanwijst.
De Man gelooft in de noodzaak om creatieven uit allerlei disciplines samen te brengen om de toekomst van Europa vorm te geven. Cruciaal is dat zij niet als een “nieuwe elite” samenklonteren, maar in dienst zijn van iedereen. Met het project ‘In Search of Europe’ reisde Lucas de Man vorig jaar door Europa, op zoek naar zulke vernieuwers. Het VPRO-programma Tegenlicht wijdde er een aflevering aan: ‘De Man door Europa’.
Na afloop van de vertoning van de Tegenlicht-uitzending over ‘In Search of Europe’ met een beamer op een projectorscherm, verplaatst de aandacht zich naar het centrale deel van de voormalige kapel waar het Bossche discussie- en kennispodium RUW zijn evenementen organiseert. In een soort Lagerhuisopstelling kunnen de minstens honderd belangstellenden met elkaar en kunstenaars Lucas de Man en Klaas Burger in gesprek, die zelf op het lage podium achter een katheder plaatsnamen waar in kerkelijke tijden het altaar stond. Door tussentijds korte fragmenten uit Tegenlicht te tonen op het scherm achter De Man en Burger, kwamen sprekers en publiek geen enkel moment zonder gespreksstof of met repetitiviteit te zitten.
We zien een fragment waar Lucas de Man een stop maakt in Athene. Daar ontmoet hij hoogleraar architectuur Gerald Gutenschwager, die stelt dat we “moeten leven als hedonist Epicurus, maar in de praktijk leven als Sisyfus”. Die laatste is een personage uit een Griekse mythe, waarin hij elke dag een loodzwaar rotsblok de goddelijke berg Olympus op duwt. Voor Gutenschwager vormt dit een metafoor voor ons allemaal. “Iedereen beleeft in zijn leven een idealistische periode. Door cynisme en hypocrisie worden we echter boos en apathisch.”
Dan gaan we vanzelf over tot de orde van de dag en houden we de status quo van de gewenste eindeloze groei en productie in stand. Een wat oudere vrouw uit het publiek herkent zich daar meteen in. “Ik kom uit de tijd van Roel van Duijn en zijn Provo’s en Kabouters. Idealisme heb ik altijd willen uitdragen, maar dat gevoel is in de loop van de tijd verzand.”
Een man tegenover haar noemt het onderwerp van Europese creators “aan de brede kant”, maar zijn buurman spreekt uit: “Wie zou zich hierdoor nu niet aangesproken voelen?” Weer iemand anders in de zaal vraagt zich af hoe De Man met ‘In Search of Europe’ de oplossingen van de in Tegenlicht behandelde kunstenaars wil vertalen naar de samenleving.
Zijn antwoord: “We moeten ruimtes creëren waar mensen bij elkaar kunnen komen: dat is de essentie van elke samenleving. Deze Tegenlicht Meet-up is daar een voorbeeld van. Ik zeg altijd: een stad is een grote groep mensen die niet weten wat ze met elkaar aanmoeten. Een commune is een groep die het met elkaar eens is. Ik geef de voorkeur aan de stad, want daar ontstaan de nieuwe inzichten.”
Sinds 2008 leven we in een economische crisis, maar volgens Lucas de Man is er een diepere crisis aan de gang: in ons hele sociale samenleven. Hij benadrukt dat hij zelf ook niet zo snel oplossingen weet voor problemen als stijgende huizenprijzen, corruptie en ongelijkheid en nieuwe vormen van economie en democratie. Het gaat er volgens de Vlaming om dat we beséffen dat de wereld gaat en moet veranderen. De politieke tegenstelling tussen links en rechts is in zijn ogen achterhaald. Mensen die de wereld willen veranderen zijn volgens De Man “grote ondernemers en radicalen, geen partijpolitiek maar gewone burgers”.
Na de aanslagen op vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek in Brussel afgelopen dinsdag, belden veel media naar De Man om zijn reactie, vertelt hij in Den Bosch. “We leven in een tijd van raadsels en emotie. We zijn slecht met emoties: óf we storten alles uit, óf we kroppen alles op. De ene helft van de maatschappij wil alle stukjes informatie in handen hebben, de andere helft voelt zich op wat voor manier dan ook betrokken bij deze ramp. Terwijl in België jaarlijks meer mensen omkomen in het verkeer dan door terrorisme. Ik ben wel bang dat de aanslagen gaan zorgen voor nog meer verdeling, angst en radicalisering in de samenleving.”
Daarom vindt Lucas de Man het prijzenswaardig dat sommige mensen van zijn generatie intensief in gesprek zijn met “ongelijken”, zoals de theatermaker de mensen die buiten het “establishment” vallen noemt. Een goed voorbeeld daarvan is de Italiaanse documentairemaker Giorgio De Finis, die samen met vierhonderd vluchtelingen de ‘kunstzinnige kraakloods’ Metropoliz even buiten Rome betrekt.
Voordat Lucas de Man aan zijn reis door zeven Europese landen begon, had hij geen vaststaand doel voor ogen. Een budget had hij evenmin tot zijn beschikking. Juist door die beperkingen is ‘In Search of Europe’ een succes geworden, denkt de Belg. “Ik wilde geen toneelstukje opvoeren of meegaan in bestaande denkbeelden. Met mijn toneelvoorstelling, een reeks artikelen op De Correspondent en de uitzending van Tegenlicht heb ik circa één miljoen mensen bereikt. Had ik dat van tevoren verwacht? Nee. Ben ik daar blij mee? Ja, natuurlijk. Financieel gewin heb ik er niet mee gekregen, maar ik heb wel wat teweeg gebracht bij het publiek. Niet alles is meetbaar, en dat hoeft ook niet.”
Een oudere man aan de zijkant van de zaal merkt op dat hij een symbool uit het Verre Oosten kent, dat zowel ‘gevaar’ als ‘kans’ betekent. “Heel veel kunstenaars zijn succesvol”, dient De Man hem van repliek, “maar slechts weinigen maken meer dan ‘gewone’ kunst. Out-of-the-box denken is een risico dat je neemt. Het is fantastisch als je een goed boek schrijft, maar daar heb je niets aan als niemand het leest.”
In dat opzicht is het een goede ontwikkeling dat sommige boeken over onderwerpen die voor veel mensen onbekend zijn – Joris Luyendijk over de bankenwereld, Naomi Klein over klimaatverandering en Thomas Piketty over ongelijkheid – een groot succes zijn. Zij kunnen een solide begin vormen om de onzekerheid van een bezoeker weg te nemen, die stelt dat het “een interessant gesprek was, maar hoeveel van ons gaan hiermee aan de slag zodra we zometeen weer buiten staan en als publiek uit elkaar gaan?”